KOP OF MUNT?
“Hans, was jij af of doe ik het?” “Hans, kook jij of ik?” Mijn vrouw en ik tossen wat af tegenwoordig. En wie denkt dat dit een eerlijke manier is komt bedrogen uit. Ik heb de indruk dat zij eerder op de hoogte was van de fraudegevoeligheid van het tossen dan ik! Ik kom daar later op terug.
Kop of munt, kruis of munt of tossen. Lood om oud ijzer! Tossen komt uit het Engels en betekent opgooien. De voorkant van de munt noemen we kop omdat er vaak het hoofd van een belangrijk persoon op stond. Tegenwoordig is dat natuurlijk niet meer altijd het geval.
Feitje…..Weten jullie dat bij een 0-0-stand van de Europese kampioenschappen van 1968 de winnaar werd bepaald door te tossen? Dat is verleden tijd. Wij gebruiken als scheidsrechters het tossen onder andere om te bepalen wie de aftrap mag nemen aan het begin van de wedstrijd en wie op welke speelhelft begint. Vaak wordt bij het beslissen gekeken waar de wind vandaan komt, hoe hard de wind is, naar de stand van de zon enz. Hieruit zou je dan mogelijk voordeel kunnen halen. Je hoopt dan natuurlijk dat de andere partij in de tweede helft deze voordeeltjes niet heeft of in mindere mate.
En nu de fraudegevoeligheid… laten we het niet hebben over gemanipuleerde munten, maar over munten waarvan we uitgaan dat ze bij tossen een gelijke kans hebben op de ene zijde of de andere. Er zijn mensen die getest hebben of het tossen wel een eerlijke manier is. Resultaat: Als je met kopzijde omhoog begint, eindigt de munt ook vaker met kopzijde omhoog en omgekeerd. Tijdens het testen bleek dat de kans op de ene kant ongeveer 51 procent is bij een eerlijke gooi. Ik vertel jullie niet hoe dat in elkaar zit want wij moeten als scheidsrechter natuurlijk wel 100 procent eerlijk zijn. Voor deze test is er 350.000 keer geflipt in twaalf uur tijd, 650 uur gooien, 81 werkdagen lang. Maar als je voor je gevoel eerlijk tost is er natuurlijk niets aan de hand. Je moet gewoon niet weten welke kant bovenop ligt en bovendien toss je de ene keer wat harder dan de andere enz. enz. Maar toch…..de uitkomst is 51 versus 49 procent! Snappen jullie het nog?
En nu naar de praktijk. Ik las laatst een citaat van Jacques d’Ancona, oud top-amateurscheidsrechter en bekende tv-persoonlijkheid: “Ik vond het prachtig om als scheidsrechter met de bal in mijn handen met die twee elftallen het veld op te komen. Die bal hield ik vast tot op het moment dat mij paste. Pas bij de toss gaf ik die bal af en mochten ze er even mee intrappen. Ik vond het ook prettig dat als ik de munt bij de toss liet vallen, iemand zo correct was hem uit het gras op te rapen. Ik zie bij de jongens die ik begeleid dat ze dat niet meer doen. Vandaar dat veel scheidsrechters de munt op hun hand klappen”.
Blijkbaar moet je ouder worden als scheidsrechter om te ontdekken hoe je moet tossen. Ik liet tot voor kort ook de oranje/zwart munt op het gras vallen en raapte de munt dan zelf op, maar na het stukje van onze Jacques gelezen te hebben doe ik het anders. Ik flip de munt met duim en wijsvinger de lucht in en vang hem op met de zelfde hand en doe de hand open. Klaar! Bevalt me uitstekend!
Mijn vrouw, hoogbegaafd en motorisch helemaal top, leest altijd eerst mijn stukjes voordat ik ze publiceer en ze wilde ook goed leren tossen. Zo gezegd….zo gedaan. Het kostte wat tijd en geren door de kamer, maar uiteindelijk had ze het trucje door en lukte het flippen en opvangen. En nu wil ze altijd tossen! Zij vindt het flippen inmiddels zo leuk dat zij het dan ook wil doen. “Hans, was jij af of doe ik het?” “Hans, kook jij of ik?” en nu is het rare dat ik altijd de pineut ben. Is zij nu zo slim of ik zo dom?
Hans Achterberg