GASTVRIJ
Ik moet het er toch maar eens een keer over hebben want het zit me een beetje behoorlijk dwars. Ik verheug me er iedere zaterdag weer op om ergens in het land een leuke wedstrijd te fluiten. Een middagje fluiten betekent dat ik uur of vijf van huis ben. Geen enkel punt want…..”Gezelligheid kent geen tijd!” Een min of meer gulden regel is dat je een uur voordat de wedstrijd begint bij de accommodatie aanwezig bent. Meestal doe ik dat ook braaf, maar soms…….niet. “Waarom dan niet Hans?” hoor ik jullie al denken. Toch?
Wanneer je aan duizend scheidsrechters vraagt wat ze onder gastvrijheid verstaan dan zul je ongetwijfeld veel verschillende antwoorden krijgen dus ik zal proberen er de grootste gemene deler uit te halen. Daar gaat ie!
Een scheidsrechter vindt het leuk om netjes ontvangen te worden door de thuisspelende ploeg. Je wilt dus door iemand ontvangen worden die vervolgens iets te drinken aanbiedt. Het ideaal is natuurlijk als je ook nog een lekkere, dikke plak cake bij de koffie krijgt. Of ben ik de enige waar dat voor geldt?
Gastvrijheid heeft natuurlijk van alles te maken met menselijk contact. Een goede gastheer/gastvrouw neemt de scheidsrechter mee naar een ruimte en probeert met de scheidsrechter aan de praat te komen. Bij de meeste scheidsrechters is dit geen punt want velen van ons praten graag over zichzelf en over hoe goed ze fluiten en dergelijke. Belangrijk is dat de gastvrijheid ertoe leidt dat de scheidsrechter het gevoel krijgt dat er aandacht voor hem is en dat hij/zij welkom is. Trefwoorden: warmte, sympathie, gastvrijheid, genegenheid, affect, hartelijkheid.
En nu zijn we bij de kern van de zaak. Soms ben ik pas drie kwartier voor de wedstrijd aanwezig. Dit is dan bij verenigingen waar ik bij herhaling niet gastvrij ontvangen wordt. Daar gaat het dan vaak als volgt….Ik stap de kantine in en loop naar de bar. Ik meld netjes wie ik ben en wat ik kom doen. Na wat vragende blikken krijg ik de sleutel van de kleedkamer, maar dat gaat me dan wat te snel. Ik vraag dan of ze een kop koffie voor me hebben. Met de koffie in de hand plof ik dan ergens neer en ga een half uur voor de wedstrijd, zonder iemand gezien of gesproken te hebben, naar mijn kleedkamer. Meestal vind ik die wel na enig gezoek. Tijdens de warming up zie ik dan de trainer en teammanagers en dergelijke voor het eerst. Na afloop een vergelijkbaar verhaal. Ik meld me bij de bar, leg uit wat ik gedaan heb en of ze wat te drinken hebben. Lukt meestal wel.
En tot slot…….het kan anders! Een paar verenigingen waar ik met veel plezier een uur van tevoren aanwezig ben mogen ook wel een keer genoemd worden: Vitesse, CSV Apeldoorn, DVOV, DZC en de rest. Daar is de gastvrijheid hoog en word je gezien als scheidsrechter ongeacht het niveau waar je op fluit. Sorry voor de wat zure column…..maar het moest er even uit!
Hans Achterberg