Soms vraag je je af of niet voetbal, maar schreeuwen naar de scheidsrechter de werkelijke hobby is
Column Remco Kock,, Bij het verlaten van het veld wilde Conny van Beukering iets zeggen, maar hij struikelde en raakte door die val de scheidsrechter”, beschouwde Hans Liethof, assistent-trainer van Veluwezoom, in deze krant een uit de hand gelopen voetbalwedstrijd na. ,,Het was beslist geen trap”, ontkent Liethof dat er een schop is uitgedeeld.
Als het waar is heeft Conny van Beukering de pech dat het erg kolderiek en Charlie Chaplin-achtig klinkt. In het verhaal ontbreekt nog de bananenschil.
De Conny van Beukering-anekdote is onderdeel van het nieuws dat het eerste van Veluwezoom twee weekenden op rij geen wedstrijden speelt, in afwachting van het onderzoek dat de KNVB uitvoert naar de verloren uitwedstrijd bij Loenermark. Naast de struikelpartij van ‘Charlie’ Conny van Beukering is de voornaamste klacht: commentaar op de scheidsrechter, afkomstig van spelers, stafleden en publiek.
Nu gaat het mij niet om Veluwezoom, maar om de voetbalcultuur in het algemeen. Ik sta voor deze krant bijna ieder weekend langs de zijlijn van een amateurveld. Eigenlijk maakt zo’n beetje ieder team zich wel, zij het in meer of mindere mate, schuldig aan commentaar op de leiding.
Sommige teams schreeuwen alleen naar de scheidsrechter als ze denken dat een beslissing onterecht is, maar veel elftallen krijsen bij zo’n beetje iedere beslissing de keel schor. Komt omdat ze denken dat ze een scheidsrechter zo kunnen beïnvloeden. Schreeuwen naar de scheids is ze met de paplepel ingegoten, het is onderdeel van de gemiddelde voetbalopvoeding.
Verder past het verbaal belagen van arbiters in een maatschappelijke trend, waarbij het respect voor gezag – boa’s, politie, conducteurs – in rook op aan het gaan is, want veel mensen bepalen zelf wel wat wel en niet mag. Schreeuwen naar scheidsrechters symboliseert een collectief autoriteitsprobleem.
Tegenwoordig nemen veel amateurclubs hun wedstrijden met een camera op, zodat trainers de spelers op hun tactische en technische onkunde kunnen wijzen. Je zou zeggen: gebruik die beelden om je eigen gedrag te bestuderen. Misschien dat die spiegel mensen laat denken: waar ben ik in godsnaam mee bezig?
Om scheidsrechters, waar er logischerwijs steeds minder van zijn, te beschermen heeft de KNVB een nieuwe regel geïntroduceerd. Commentaar op de leiding is verboden, alleen de aanvoerder mag met de scheidsrechter praten.
Rugby is pas echt een ruige sport
Misschien is het goed als de KNVB voortdurend naar scheidsrechters schreeuwende teams verplicht naar rugby stuurt. In vergelijking met voetbal is rugby pas echt een ruige sport, die echter zelden tot nooit uit de hand loopt. Waarom? Respect is het toverwoord. Respect voor de sport, elkaar en de scheidsrechter.
Wat je bij rugby ervaart: intense liefde voor het spelletje. Het spelletje is heilig en iedereen spant zich in om het spelletje niet te verpesten en ontsieren met voetbalgedrag: schwalbes, tijdrekken, commentaar en ruzie.
Bij voetbal vraag je je soms af of trainers, spelers en supporters wel van het spelletje houden, want ze steken veel energie in het kapot maken ervan. Soms lijkt het erop dat niet voetbal, maar schreeuwen naar de scheidsrechter de werkelijke hobby is. Je hoort ze bijna denken: als ik niet meer mag schelden op de scheids, waarom betaal ik dan contributie?
(bron “De Gelderlander”)
Remco Kock