WINTERSTOP
Een paar weken verplichte fluitrust. Van half december tot en met half januari geen wedstrijden fluiten. Aan de ene kant wel lekker; aan de andere kant mis ik het scheidsrechteren wel een beetje. Op woensdagavond gezellig trainen bij de scheidsrechtersvereniging en op zaterdag een wedstrijd levert toch een redelijk mooi sportritme op waar ik me prettig bij voel. En daarbij…ik word een beetje lui van deze periode. Ik weet dat ik de conditie op peil moet houden, maar ik vrees dat ik toch twee weken wat rustig aan doe. En daar komt bij dat ik wel even rustig aan moet doen want ik heb wat last van een hamstringblessure. Dat kan ik mooi als excuus voor mijn luiheid in deze gezellige en lekkere periode gebruiken. Dus eigenlijk komt de winterstop mij goed uit.
Ik heb tot half januari de tijd om weer rustig de conditie op te bouwen. In het nieuwe jaar weer lekker een beetje gaan hardrennen en tot die tijd proberen mijn tienduizend stappen iedere dag te wandelen. Dat moet wel lukken……..dacht ik tot vanmorgen. Om tien uur ging de telefoon. “Hans, ga je mee lekker trainen?” Dan schrik je toch wel even, maar gelukkig was ik snel weer bij kennis en kon ik mijn hamstringexcuus gebruiken. “Jammer Hans, weet je wat; ik bel je over een week weer op!” En zeg dan maar eens nee! Maar aan de andere kant wel weer goed zo’n stok achter de deur te hebben en volgende week alweer te beginnen met trainen. En zo houden wij scheidsrechters elkaar, ook tijdens de winterstopperiode, een beetje scherp.
Het rare is dus dat ik het fluiten wel een beetje mis in deze periode. Het ritme is er een beetje uit en ik moet heel eerlijk bekennen dat ik toch liever lekker aan het eten en snoepen ben dan dat ik ga sporten. En dus moet ik binnenkort weer volop aan de bak om de overtollige kilootjes er weer vanaf te krijgen. “Wie zijn gat verbrand moet op de blaren zitten!”, maar dit komt helemaal goed. Half januari sta ik er weer. De eerste vriendschappelijke wedstrijden staan alweer gepland dus dan moet ook deze scheids weer topfit zijn. Komt goed!
Stiekem bof ik eigenlijk maar met de winterstop; ik ben namelijk een mooiweer fluiter. Lekker zonnetje, een graad of twintig, korte mouwtjes en ik ben op mijn best. Maar ja, ik vrees dat ik dan toch even tot april moet wachten. Tot die tijd even een flinke kerel wezen!
Hans Achterberg